“Ik schaam me niet om mijn beperkingen.
Ik ben beschaamd om de mensen die
me veroordelen zonder me te kennen … “
Mijn jeugd was niet de gemakkelijkste.
In de spirituele wereld zegt men ‘Je krijgt enkel dingen die je aankan’ maar sommige gebeurtenissen waren geen kadootje!
Schooltijd en pesten.
Zoals je in mijn voorstelling kan lezen, heb ik een aangeboren spieraandoening. In de kleuterklas-periode mocht ik in de klas een uurtje dutten als dat nodig bleek en door mijn lengte (lees ‘niet groot’ 🙂 ) heb ik tot het tweede studiejaar op een kleuterstoeltje en -bankje gezeten.
Mijn tweede middelbaar was een echt pest-jaar. Na een zware scoliose-operatie moest ik met een gipscorset en dus ook in rolstoel naar school. Eén rotte appel in de klas was genoeg om soms echt wel pijnlijke situaties te moeten doorworstelen. Gelukkig had ik toen al échte vriendinnen en werd ik dat jaar uitgeroepen tot ‘moedigste leerlinge’ van het jaar. Dat laatste was een kleine troost maar ok 🙂 .
Het pesten maakte me wel harder en in de jaren erna heb ik vooral veel gedaan om ‘mezelf te bewijzen’. Achteraf bekeken niet echt slim want het heeft me drie keer bijna mijn leven gekost.
Huwelijksjaren.
Na een reis naar Praag in mijn huwelijk kwam dan de eerste echte confrontatie met mijn beperking, naar de buitenwereld toe dan. Langer wandelen en trappen doen ging alsmaar lastiger en het moeten toegeven (zo voelde het althans) aan een rolstoel was voor mij wel heel erg lastig. Ik had het idee-fixe in mijn hoofd dat -als ik in een rolstoel zat- ik effectief ‘gehandicapt’ (ohhhh wat haat ik dat woord 🙂 ) was. Mensen oordelen namelijk heel snel op uiterlijkheden, en ik geef toe dat mijn ego en trots erg in de weg stonden op mijn weg naar aanvaarding.
De keuze om mijn huwelijk te beëindigen was de moeilijkste tot nu toe. Na 18 jaar samen zijn, waren we een ‘geoliede machine’ en liep op praktisch vlak alles vanzelf. Als je vanaf dan bijvoorbeeld aan een wildvreemde buurman moet vragen om de vuilzak op straat te zetten … Geloof me … Dit was lastig!
Een jaar heb ik met mijn hoofd tegen de muur gelopen, ben ik mezelf tegen gekomen op alle mogelijke vlakken.
Nieuw begin en vrijheden.
Zoals de meesten met een beperking heb ik een bloedhekel aan afhankelijk zijn. Maar ik heb de kunst ontwikkeld om te leren kijken naar wat ik wél nog kan, naar wat ik wél nog heb en wie ik echt wél ben.
Zo heeft mijn rolstoel heeft sinds enkele jaren een naam. Mijn vorige was een ‘jeepke’; een 4 x 4 met achteraandrijving waarvan de PK afhankelijk was van de duwer 😀 .
Mijn huidige is een flashy ‘Tesla’. Best duur in aankoop en in een neon-roze kleurtje 😉 . Als mensen dan toch kijken, zien ze iets leuks want ik kreeg er al verschillende toffe reacties op!
Mijn scootmobieltje is mijn ‘scootie’. Voor mij de ultieme vrijheid want ik kan ermee gaan en staan waar ik zelf wil. Met mijn ‘Tesla’ heb ik hulp nodig om deze in mijn auto te leggen en er weer uit te halen en kan ik zelf niet echt lang rollen. Met mijn ‘scootie’ beslis ik zelf wanneer ik bvb al dan niet in mijn eentje de trein neem of mijn geliefde stadscentrum intrek.
Trots op mijn eigen leven.
Dus neen, ik ben niet meer beschaamd om mijn beperkingen. Integendeel zelfs. Ik ben trots op mezelf omdat ik nu dingen doe waarvan ik enkel droomde jaren geleden zoals mijn reizen.
Ook omdat ik intussen weet dat anderen soms zo ‘dom’ zijn om hun eigen tekortkomingen niet te willen/kunnen zien. Want echt. Iedereen heeft een beperking, de mijne is echter zichtbaar. Bij velen merk je het pas na jaren …
Je mag hier zelf invullen op welke manier! 😉
Mijn ‘grote’ voorbeeld ! Ik hoop dat ik ook op dat vlak hard op je ga lijken ! ❤
Mohhh … dank je wel Soraya! En over ‘op mij lijken’ ga ik me niet uitlaten … 😉